Een verhaal over nabij willen zijn

bijzonder grafmonument van glas in Amsterdam voor partner

Aangrijpend artikel overgenomen van Palliatieve zorg en Pal in de Stad over Corona. Persoonlijk verslag van palliatieve zorgverlener.

‘Wat geef je mee’?

Het is eind maart 2020 en het begin van de coronatijd. Het aantal opnames in het OLVG neemt explosief toe. Op de cohort afdeling, een afdeling voor patiënten met/verdenking op
corona, heb ik voor het eerst een consult palliatieve zorg. Ik weet niet wat me te wachten staat en ken alleen de beelden uit de media. Het is spannend: waar stap ik binnen? Wat tref ik aan? Hoe zijn de patiënten er aan toe? De onzekerheid over het nog onbekende. De afdeling oogt chaotisch. Er is veel personeel in beschermend pak of zijn bezig zich om te
kleden. Ze halen materiaal voor collega’s, die vast staan op een zaal. De gangen staan vol met kasten, waar kleding, handschoenen, desinfectiemiddelen, mutsen en mondmasker
inzitten.

We hebben een COVID Multi Disciplinair Overleg, waarbij een internist, een longarts, de assistenten van deze specialismen, een IC arts, een microbioloog en ik als consulent palliatieve zorg, aanwezig zijn. Daar hoor ik dat er een patiënt op één van de cohort afdelingen ligt die het niet gaat redden. Er wordt mij gevraagd om mee te denken en te adviseren over het symptoombeleid. Direct na het MDO ga ik naar de desbetreffende patiënt. Ik kleed me aan volgens de voorschriften, met alles erop en eraan. Er is een vaste volgorde, die met picto’s staat
uitgelegd. Het voelt warm, opgesloten en onpersoonlijk.

Ontmoeting

De man ligt op een zaal met andere patiënten. Ieder omsloten met gordijnen. De patiënt spreekt geen Nederlands. Wel een klein beetje Engels en maakt een verwarde indruk. Hij kijkt
angstig uit zijn ogen, beweegt onrustig, grijpt in de lucht en geeft korte, onsamenhangende antwoorden. Alle symptomen van de stervensfase van COVID-19 zijn aanwezig: dyspneu,
pijn, angst, delier en eenzaamheid. Er is niemand die tijdens zijn opname contact heeft gezocht en de vriend die in zijn dossier staat neemt zijn telefoon niet op. De telefoon van de patiënt is leeg en hij kan me ook geen nummer geven. Wie kunnen we bereiken om nog afscheid te nemen? De patiënt gelooft in God. Hij gelooft dat God bij hem is. Het lukt mij niet erachter te komen van welke kerk of gemeenschap hij lid is.

Houvast

Ik zit bij hem en houd zijn hand vast, wat hem kalmeert. Met het vasthouden van zijn hand heeft de situatie nog iets menselijks. Ondanks de barrière van een pak, muts, bril, mondkapje en handschoenen krijg ik de indruk – of hoop ik – dat het hem wel nabijheid geeft. Hij ziet mijn ogen en hoort mijn stem. Het is goed om rust en nabijheid te kunnen bieden en te kijken of er iets is dat ik voor hem kan doen. Ons gesprek is kort, omdat ik snel achter de juiste medicatie aan wil en hem van zaal wil verhuizen.

Terug op de verpleegpost overleg ik met mijn achterwacht. We stellen een beleid op van symptoombestrijding, wat door de behandelend arts wordt overgenomen. We verhuizen de man naar de palliatieve unit, waar bezoek mag komen. De behandelend arts belt met de huisartsenpost voor een ander nummer van een contactpersoon, maar ook dit lukt niet wat leidt tot een dilemma. De patiënt is oncomfortabel. Het liefst zouden we meteen sederen. Maar we willen niet opgeven. We willen blijven proberen iemand te bereiken, zodat er de kans is om afscheid te kunnen nemen.

Contact

De patiënt is in goede handen, met de juiste medicatie en een plan. We hebben ons ingezet waar we kunnen, om zijn naaste te bereiken. Uiteindelijk zijn er mensen van zijn kerk, die
zelf contact opnemen en meteen langskomen. Helaas is de patiënt dan al niet meer aanspreekbaar. Vanuit het gezichtspunt van naasten kan er toch afscheid genomen worden.
Diezelfde avond overlijdt hij. Hoewel zorgen voor ongeneeslijk zieke mensen en mensen begeleiden in de stervensfase voor mij niet nieuw en de kern van mijn werk is, blijft deze patiënt op mijn netvlies staan als ik denk aan de corona tijd. Vanwege de gehele sfeer, de eenzaamheid en het nabij willen zijn ondanks de beperkende kleding. Maar ook doordat alles wat je uit het nieuws meekrijgt over COVID-19 hier voor het eerst voor mij een gezicht kreeg. De rauwe werkelijkheid van een ziektebeeld wat heel snel en grillig kan verlopen.

Nicolette Gunnink,
consulent palliatieve zorg OLVG
Palliatieve zorg en Pal in de Stad